Sophie zuchtte diep toen de wekker ging. De dag moest nog beginnen, maar in haar hoofd had ze hem al opgegeven. Zoals elke ochtend liep ze op automatische piloot naar de badkamer, dronk snel een kop koffie, en stapte met een bedrukte blik in haar auto. “Hier gaan we weer,” mompelde ze, terwijl ze de straat op draaide. De files, het werk, het saaie kantoorleven – het had allemaal geen zin.
Maar vandaag, net voordat ze de snelweg op wilde rijden, schoot er een gedachte door haar hoofd. Wat als ik vandaag eens alles positief probeer te benaderen? Eén dag, wat zou het uitmaken? Het was alsof er een vonkje van nieuwsgierigheid oplaaide, een uitdaging die ze wel wilde aangaan. Ze haalde diep adem en besloot het te proberen.
En natuurlijk, zoals elke ochtend, belandde ze in de file. Normaal zou ze zich ergeren aan de auto’s om haar heen en het idee van weer zo’n lange, saaie dag op kantoor. Maar nu keek ze om zich heen en zag ze… haar klant Mace in de auto naast haar! Ze glimlachte breed, draaide haar raampje open en zwaaide. Mace zag haar, lachte verrast terug en draaide ook zijn raampje naar beneden.
“Hee, Sophie! Hoe is het?” riep hij.
“Ja, eigenlijk… best goed!” antwoordde Sophie, half verbaasd over haar eigen antwoord. Ze kletsten wat over het werk en het weer, en uiteindelijk kwam het gesprek op het bakken. Mace, die haar ooit had horen praten over haar passie voor bakken, vroeg: “Zeg, jij bakte toch vroeger taarten? Mijn broer heeft een bakkerij en hij zoekt eigenlijk iemand met een passie voor bakken!”
Sophie voelde een sprankeltje enthousiasme opkomen. Waar ze normaal beleefd zou knikken en het zou laten voor wat het was, vroeg ze nu enthousiast: “Echt waar? Wat voor bakkerij heeft hij?” Mace lachte en zei: “Weet je wat, kom anders een keertje langs. Zin om na werk koffie te drinken bij hem in de bakkerij?”
Die middag, met een glimlach op haar gezicht, wandelde Sophie samen met Mace de gezellige bakkerij binnen. De geur van vers brood en zoete gebakjes verwelkomde haar, en plotseling voelde ze zich weer helemaal op haar plek. Ze sprak met Mace broer, die haar meteen een proefdag aanbood om te komen helpen in de bakkerij.
Twee maanden later stond Sophie met een grote glimlach in diezelfde bakkerij. Haar handen zaten onder het meel, de geur van vanille en kaneel hing in de lucht en ze voelde een vreugde die ze in jaren niet meer had gevoeld.
Ze was weer begonnen met het maken van taarten, net als vroeger, en iedere dag was weer een avontuur. Toen ze die ochtend naar haar werk liep, keek ze om zich heen en zag ze hoe de stad wakker werd, hoe mensen lachten, hoe de zon opkwam.
Ze glimlachte en dacht bij zichzelf: Wat een verschil één dag anders denken kan maken.
Geef een reactie